• Menu

0 recente resultaten

Politie en AIVD willen 'internettelefoonboek'

Vanaf september 2006 moeten de klantenbestanden van internetproviders rechtstreeks toegankelijk worden gemaakt voor politie en AIVD. De regeling bestaat al voor de aanbieders van vaste en mobiele telefonie. Telefonieaanbieders moeten elke 24 uur al hun klantgegevens actualiseren in een speciale database die alleen toegankelijk is voor het CIOT, het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie van het ministerie van justitie. De aanbieders zien niet hoe vaak die database wordt geraadpleegd, of door welke opsporingsautoriteit voor welk doel.

De klantenbestanden van de telefonieaanbieders bevatten niet alleen naam, adres en woonplaats van de abonnee maar ook informatie over de soort diensten die de klant gebruikt, de bijbehorende telefoonnummers, en het bank- of gironummer dat gebruikt wordt voor het betalen van de factuur. Politie en AIVD hebben al langer de bevoegdheid om klantgegevens op te vragen maar sinds september 2004 zijn de drempels hiervoor verlaagd. De politie maakt zeer gretig gebruik van de anonieme toegang tot het CIOT; het ministerie van justitie gaat in de begroting voor dit jaar uit van 1 miljoen opvragingen. Drie jaar geleden was dit nog 248.000. Sinds de inwerkingtreding van de wet vorderen gegevens telecom op 1 september 2004 zijn er in totaal 44 opsporingsdiensten die toegang hebben tot de klantenbestanden van 25 telefonieaanbieders. De AIVD valt buiten deze cijfers. De aanbieders krijgen een vergoeding van 26 euro per dag voor het aanleveren van hun totale klantenbestand en de dagelijkse update daarvan.

In een artikel in het Algemeen Dagblad kondigt justitie aan dat ook de klantgegevens van internetproviders in het CIOT ondergebracht gaan worden. Volgens justitie is dit noodzakelijk voor de bestrijding van kinderpornografie en terrorisme. Maar gezien de schaal waarop de klantgegevens bij telefoonaanbieders worden opgevraagd, lijkt de bevoegdheid toch vooral een algemeen instrument voor de opsporing.

Bij internetproviders zijn de klantgegevens niet zo eenvoudig aan nummers te koppelen als bij telefoonaanbieders. Een internetprovider moet daarvoor naam, adres en woonplaats van een klant verbinden met een loginnaam, e-mail adressen en IP-nummers. Zo’n bestand is zeer veranderlijk omdat veel internetproviders de mogelijkheid bieden aan klanten om zelf e-mail aliassen aan te maken en te wijzigen. Bovendien hebben veel internetgebruikers geen constant IP-nummer. Internet toegang via het klassieke inbellen maar ook veel breedbanddiensten maken nog gebruik van dynamisch IP waarbij de klant tijdens iedere inbelsessie een ander IP-nummer krijgt toegewezen. Om een verband tussen identiteit en IP-nummer vast te stellen, zouden daarom historische verkeersgegevens geanalyseerd moeten worden. Het raadplegen van zo’n ‘internettelefoonboek’ lijkt daarom meer op het opvragen van verkeersgegevens waarvoor op dit moment de bevoegdheid bij de officier van justitie ligt en niet bij een individuele opsporingsambtenaar. Omdat de gegevens van internetproviders zo veranderlijk zijn, is de kans op fouten groter. Wanneer justitie blind vaart op deze informatie wordt de kans groter dat de politie een inval doet op het verkeerde adres.

Volgens het Algemeen Dagblad draait bij enkele internetproviders al een technische proef met het systeem. Onduidelijk is of de kopie van de klantenbestanden bij het CIOT onder verantwoordelijkheid van justitie of van de aanbieders valt. Vooral de aansprakelijkheid voor onjuiste of verouderde informatie is daarbij een belangrijke kwestie.

Kamerlid De Wit (SP) heeft hierover vragen gesteld aan minister Donner. De Wit wil weten hoe de bevoegdheden liggen bij het opvragen van historische verkeersgegevens en hoe de minister gaat voorkomen dat op basis van snel wisselende informatie de verkeerde persoon als dader wordt aangewezen.

  • Politie volgt alle internetters (15.07.2005) Algemeen Dagblad
  • Kamerstuk 2004-2005, 29800 VI, nr. 2, Tweede Kamer (24.09.2004) Vaststelling begroting van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2005; Memorie van toelichting Kamervragen 2004-2005, vraagnr. 2040518550, Tweede Kamer (19.07.2005) Vragen van het lid De Wit (SP) aan de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de bewaarplicht.

Dit artikel is automatisch geconverteerd uit het oude archief van nieuwsbrieven van Bits of Freedom.

Help mee en support ons

Door mijn bijdrage ondersteun ik Bits of Freedom, dat kan maandelijks of eenmalig.

Ik geef graag per maand

Ik geef graag een eenmalig bedrag