• Menu

0 recente resultaten

Een abstracte roze muur

De week van haatcampagnes in Myanmar, insta_repeat en living idiots

Dit zijn de interessante, ontroerende, zorgwekkende en/of hilarische linkjes over internetvrijheid die ik deze week graag met je deel.

Leidt Facebookgebruik tot geweld?

Dit artikel van Reuters heeft me echt aan het denken gezet. Het beschrijft hoeveel haatzaaiende taal er gebruikt wordt tegen de Rohingya op Facebook in Myanmar. Er wordt letterlijk opgeroepen tot genocide. Het is duidelijk dat de pogingen van Facebook om hier iets aan te doen too little, too late zijn: ze hebben amper mensen in dienst die Bengaals spreken en hun automatische detectie kan ook niet overweg met de taal.

Ik worstelde met de vraag of we Facebook hier verantwoordelijk voor moeten houden. De genocide in Rwanda werd versneld door de radio, maar dat betekent niet dat de radio daar verantwoordelijk voor was (wel de mensen die te horen waren op de radio uiteraard), en moraalridders die denken dat het spelen van games leidt tot extra geweld ben ik meestal ook geen fan van. Tegelijkertijd weet ik vrij zeker dat McLuhan's “the medium is the message” een diepe waarheid beschrijft. Dat bleek ook uit het onderstaande onderzoek waarover de New York Times schreef. De onderzoekers ontdekten dat op plekken in Duitsland waar mensen meer gebruik maakten van Facebook er ook meer geweld was tegen vluchtelingen. Door slim te kijken naar momenten waarop het internet wegviel konden ze niet alleen correlatie maar ook causatie bewijzen. Volgens de New York Times komt dat door de manier waarop Facebook probeert om zoveel mogelijk aandacht van zijn gebruikers op te slokken, wat ervoor zorgt dat je denkt dat er veel meer mensen zijn met jouw denkbeelden, waardoor je weer gesterkt kan worden in je extremisme.

Na twee jaar komt ook Facebook tot de conclusie dat etnisch profileren de wereld niet vooruit helpt

Meer dan twee jaar geleden schreef ik een boze opinie in de Volkskrant over hoe Facebook het mogelijk maakt om mensen op te delen in etnische categoriën (“afro-american affinity”). ProPublica liet niet veel later zien hoe makkelijk het was om bijvoorbeeld zwarte mensen uit te sluiten bij advertenties voor het verhuren van je appartement. Facebooks reactie was vooralsnog dat dit soort advertenties tegen hun spelregels was, maar ze lieten de categorieën wel voortbestaan. Deze week is Facebook eindelijk tot inkeer gekomen. Het bedrijf schrijft: “We're committed to protecting people from discriminatory advertising on our platforms. That's why we're removing over 5,000 targeting options to help prevent misuse.” Ik vind het rijkelijk laat… De afgelopen twee jaar konden discrimenerende praktijken nodeloos doorgaan.

Geef hier je e-mailadres op om deze lees-, luister en kijktips elk weekend in je inbox te ontvangen.

De “collateral damage” van Facebooks pogingen tot meer engagement

Facebook vindt het blijkbaar niet erg om mensen nodeloos pijn te doen. Zo heeft het een afdeling die probeert om het engagement van gebruikers met Facebook zo hoog mogelijk te houden. Die afdeling maakte eind 2014 de “Year in Review” functionaliteit. Eric Meyer kreeg daardoor en foto van zijn in dat jaar gestorven dochtertje te zien, omringd met balonnen en de tekst “This is what your year looked like”, alsof hij daaraan herinnerd moest worden. Meyer noemde die situatie “inadvertent algorithmic cruelty”.

Ik vind dat hij Facebook daarmee te makkelijk weg laat komen. Helemaal nu blijkt dat Facebook gewoon door gaat met dit soort onzin. Patrick Gerard overkwam bijvoorbeeld het volgende:

Facebook is pushing that “share a memory” junk where they make custom videos out of your old photos to boost engagement and I just literally got shown a bunch of happy cartoon characters dancing on my mom's grave. ?

Most loved photo from 2016

Wanneer moeten we beginnen te spreken van advertent in plaats van inadvertent? Ik ben ervan overtuigd dat Facebook een simpele afweging maakt: het werkt voor de meeste mensen, het levert ons dus extra engagement = extra omzet op, en die paar mensen die we daarmee pijn doen zijn collateral damage.

Facebooks digitaal kolonialisme

Danae Tapia zal vanaf komende maand als Mozilla Open Web Fellow bij ons aan de slag gaan. Je leest binnenkort meer over haar onderzoek. Voor The California Review of Images and Mark Zuckerberg (academische verkenningen van de beeldcultuur rondom Mark Zuckerberg) schreef Danae een essay over deze reclameposter voor een matige universiteit in Paraguay:

Reclameposter voor een universiteit in Paraguay met Mark Zuckerberg als een student

Ze ziet in (de esthetiek van) deze poster een parabel over het digitale kolonialisme van Facebook: “Digital colonialism has an aesthetic arm too, since it intends to permeate our debates about digital developments with their visual imperative but the glass-alike looks that business as Facebook promote do not easily mix with developing world settings, places where innovative artistic expression is not in the marketing realm.”.

Check meteen ook de andere essays over Zuckerberg in beeld:

Iedereen zet dezelfde foto's op insta

Maar echt…

insta_repeat

+ twee verhalen voor als je genoeg hebt van Facebook's narigheid

Oké, als je hier bent om niet alleen maar over Facebook te lezen, dan heb ik nog twee verhalen voor je in de aanbieding. De eerste is fantastische journalistiek van Andy Greenberg. Hij heeft uitgeplozen hoe de NotPetya malware 10 miljard dollar aan schade kon veroorzaken. Hij sprak daarvoor met medewerkers van Maersk. Daar gingen alle computers binnen een paar uur op zwart. Zijn verhaal zit vol met heerlijke anekdotes over hoe Maersk zijn netwerk vanuit het niets weer op moest bouwen. Echt even lezen, zeker als je bij een bedrijf werkt met een IT-afdeling.

We moeten bij dit verhaal nooit vergeten dat één van de oorzaken een kwetsbaarheid in Windows was. Deze kwetsbaarheid was bekend bij de Amerikaanse NSA, maar die meldde hem pas bij Microsoft nadat hij bij de NSA gestolen was. Het is voor ons hét voorbeeld van waarom we er allemaal onveiliger op worden als onbekende kwetsbaarheden door de overheid achtergehouden worden in plaats van dat ze bij de maker van de software gemeld worden. Microsoft had toentertijd dan ook geen goed woord over voor de NSA:

Het tweede verhaal is een aanvulling op een verhaal dat ik vorige week deelde over de mannen die in Californië privacywetgeving erdoor hadden weten te drukken. Kashmir Hill volgde het verhaal al wat langer en was verbaasd dat een belangrijke vrouw compleet uit het succesverhaal weggelaten was: Mary Stone Ross. Hill laat heel scherp de mechanismes zien waardoor vrouwen in journalistieke verhalen vaak worden overgeslagen.

Help mee en support ons

Door mijn bijdrage ondersteun ik Bits of Freedom, dat kan maandelijks of eenmalig.

Ik geef graag per maand

Ik geef graag een eenmalig bedrag